Fries Programma Landelijk gebied
Bij onze boeren zijn de stikstofdoelstellingen van het Kabinet, als een mokerslag aangekomen.
Als grootste landbouwgemeente van Nederland is de landbouw verweven met een eigen Friese plattelandstraditie. Wij willen dit samen en in goed overleg oppakken met de sector. In gesprek blijven met de sector is ons doel. Het delen van verhalen en zorgen is belangrijk voor ons.
De Friese aanpak stikstof
Op de website van de Provincie Fryslân lees je meer over het uitvoeringsprogramma stikstof van de Provincie Fryslân.
Wil je op de hoogte blijven van de laatste ontwikkelingen bij Provincie Fryslân rondom het Stikstofbeleid? Meld je dan aan voor de nieuwsbrief van de provincie.
Wat gaat er de komende tijd gebeuren?
Veel is nog niet duidelijk. We vinden het belangrijk om te horen wat er speelt. We willen ons verdiepen in de stikstofproblematiek en de koppeling met andere onderwerpen, zoals veenweide, gezonde bodem en waterbeheer. We willen in gesprek blijven met al onze partners.

2022
De gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren hebben een brief aan Gedeputeerde Staten gestuurd. Gedeputeerde Staten hebben de Friese gemeenten op 3 oktober 2022 laten weten de vergunningverlening voor emissiearme stalsystemen vanwege het onderdeel stikstof tot 1 januari 2023 op te schorten. Vanuit de beide gemeenten wordt er via de brief aangedrongen op meer communicatie over het onderwerp met de gemeenten.
Het besluit van Gedeputeerde Staten heeft ook consequenties voor de vergunningverlening binnen de gemeenten en de contacten hierover met aanvragers. Het past bij onze rol als eerste overheid om in goed overleg met de provincie een goede afstemming met betrokkenen te organiseren. Daarom hebben wij voorgesteld om op bestuurlijk niveau, op initiatief van de twee gemeenten, een gezamenlijk overleg te organiseren, om bij voorkeur Fryslán breed in te zetten op een eenduidige lijn. Hoe gaan we om met lopende aanvragen, de wijze van adviseren en de wijze van communicatie? Vanuit de gemeenten kunnen de wethouders met de portefeuille Vergunningen en/of Landbouw hieraan deelnemen.
Wij hopen op korte termijn te horen hoe Gedeputeerde Staten tegenover dit voorstel staat.
Vanuit Súdwest-Fryslân is het initiatief genomen om een brief aan de minister voor Natuur en Stikstof te sturen. Binnenkort wil zij kleine delen veenmosrietland in de Fûgelhoeke aanwijzen als in stand te houden stikstofgevoelige natuur binnen het Natura 2000-gebied Oudegaasterbrekken, Fluessen en omgeving (als onderdeel van het zogenaamde Veegbesluit).
De aanwijzing heeft forse juridische complicaties met flinke beperkingen voor vergunningverlening van (o.a.) agrarische bedrijven in de Zuidwesthoek van Fryslân (met name in de gemeenten Súdwest-Fryslân en De Fryske Marren). Met de brief doen wij een klemmend beroep op de minister om hier vanaf te zien.
In Idzegea, een gebied van 2.400 hectare met 55 boeren nabij Heeg, is de Klankbordgroep Veenweide Idzegea bezig met een gebiedsproces als onderdeel van het Veenweideprogramma Fryslân 2021-2030. Met een ambitieuze aanpak worden hier voorstellen voorbereid om in het belang van klimaat, water en natuur aanzienlijke aanpassingen voor de landbouw door te voeren. Hier wordt al vanaf 2015 aan gewerkt. De Klankbordgroep boekt met name de afgelopen periode flinke voortgang met een nieuw perspectief voor het gebied. In feite kan dit proces worden gezien als blauwdruk voor de gebiedsgerichte aanpak in het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG).
Het gebiedsproces in Idzegea dreigt te stranden omdat het bewuste aanwijzingsbesluit forse barrières opwerpt voor de boeren in het gebied. Hierdoor valt, zo heeft de Klankborgroep laten weten, het draagvlak weg bij de betrokken agrarische ondernemers om binnen de al aanwezige onzekerheden van zo’n gebiedsproces de nek te blijven uitsteken en te blijven pionieren. Het ziet er naar uit dat het gebiedsproces hierdoor volledig tot stilstand wordt gebracht.
De colleges van burgemeester en wethouders in de Zuidwesthoek van Fryslân kijken met respect en bewondering naar de wijze waarop in een gebied als Idzegea (maar ook bijv. in de Brekkenpolder) stappen worden gezet binnen een integrale gebiedsgerichte aanpak. Zij zien het verlies aan draagvlak voor dit proces wanneer het aanwijzingsbesluit wordt genomen met lede ogen aan. Want verdere stappen binnen het gebiedsproces Idzegea kunnen juist leiden tot het behalen van resultaten binnen de verschillende opgaven voor klimaat, water en natuur. Ook op het vlak van stikstofreductie en waterkwaliteit. Twee belangrijke factoren voor bijv. het behoud van veenmosrietlanden.
De brief is mede ondertekend door gemeente De Fryske Marren en wordt ondersteund door de zeven samenwerkende landbouwpartijen binnen de Friese veenweide, It Fryske Gea, het waterschap en de Klankbordgroep Idzegea. We verwachten dat er in november een besluit wordt genomen. Wethouder De Boer gaat daarna zo snel mogelijk om tafel met de Klankbordgroep Idzegea om hen bij te praten over de mogelijke consequenties van het Veegbesluit en de wijze waarop de Friese overheden actie hebben ondernomen.
In de zomer heeft wethouder Henk de Boer acht boerenbedrijven bezocht in de gemeente. Elk boerenbedrijf in de verschillende gebieden heeft zijn eigen verhaal. ‘As gemeente wolle we sjen hokker opjeftes we bondelje kinne’, seit wethâlder de Boer. ‘Hoe kinne wy ta in oanpak komme dy’t oanslút by it gebied dêr’t buorke wurdt? Yn myn petearren mei de boeren seach ik dat elk syn eigen útdagingen hat. Dat hinget fan it type bedriuw én it plak ôf. Sitst bygelyks yn feanweidegebied of op klaai? Mei in gebietsgerjochte oanpak wolle wy tegearre mei de boeren yn ús gemeente wurkje oan in takomstbestindige manier fan buorkjen.’
Maatschap Ketelaar – de Jong in Heeg
Het bedrijf van Ketelaar ligt bijna op de grens van het veenweidegebied. Om de veenoxidatie af te remmen moet de grondwaterstand omhoog. Het grondwater staat niet even hoog als een hoger peil in de sloot. In de zomer staat het grondwater in het midden van het land lager en in de winter hoger. Het verhogen van het peil vertraagd het uitzijgen van het grondwater. De sector zoekt de ruimte. Daarom is het van groot belang dat de boeren goed contact hebben met de rayonbeheerder van het Wetterskip. Het Wetterskip luistert goed naar de gebruiker (HAKAN).
Biologisch / dynamisch agrarisch bedrijf Brunia in Flansum
Jaring Brunia runt een biologisch/dynamisch agrarisch bedrijf waar alle opgaven/uitdagingen bij elkaar komen. De 80 melkkoeien lopen in het weiland. Om te zorgen dat de melkkoeien voldoende gras hebben, moet Brunia meerdere keren per dag de schokdraad verplaatsen (stripweiden). Met 80 melkkoeien met een gemiddelde melkgift van 5.000 liter heb je minder inkomen, maar doordat je geen krachtvoer en/of kunstmest hoeft te kopen heb je ook minder kosten. ‘Haal weg wat de mens heeft toegevoegd tussen het gras en de melk van de koe!’ De heer Brunia runt zijn bedrijf nu 10 jaar op deze manier en heeft gezien dat de grond verbeterd. Emissies worden op het erf gebracht.
Maatschap Attema in Ferwâlde
Op het bedrijf worden 160 melkkoeien met bijbehorend jongvee gehouden. Naast de werkzaamheden op het agrarisch bedrijf worden door de zoon ook loonwerkzaamheden uitgevoerd bij collega-agrariërs. De contacten met de agrarische bedrijven in de regio is zeer goed. Vader Willem geeft aan de jonge boeren een stip op de horizon moeten hebben, toekomstperspectief.
Er is al veel overleg met de sector en blijft dit ook doen maar het transitieproces wordt door de huidige situatie wel vertraagd. Men had het natuurlijk verloop z’n gang moeten laten gaan. Er zijn al veel ‘stoppers’ waardoor automatisch de depositie zou kunnen afnemen. Er zijn al zoveel initiatieven die nu de kop ingedrukt worden.
De ligboxenstal is nog niet oud, met een nieuw stalsysteem t.o.v. de oude stal was er geen vergunning in het kader van de Wet natuurbescherming nodig, omdat er sprake was van intern salderen. Nu met de komst van het ‘stikstofkaartje’ verkeert men in onzekerheid. Zijn de rechten die het bedrijf heeft nu nog wel toekomstbestendig?

Maatschap de Vries in It Heidenskip
Op het bedrijf worden 270 melkkoeien gehouden met 150 stuks jongvee. Het jongvee wordt gehuisvest in Hieslum. Er wordt geen gebruik gemaakt van melkrobots, maar de koeien worden gemolken in een 2 x 20 stands melkstal.
Als de derogatie wegvalt heeft dat negatieve gevolgen voor de bodem. Om dezelfde productie te houden moet meer kunstmest worden gestrooid. Dit heeft een negatief effect op de CO2-uitstoot. Maar ook het bodemleven holt verder achteruit. De bodem wordt niet gezond van kunstmest, maar de bodem wordt uitgemergeld. We plegen al jaren roofbouw op de bodem.
De maatschap heeft een aantal proefvelden waar ‘ondergewassen’ onder de mais worden gezaaid. Door andere gewassen, waaronder sperzieboontjes, in te zaaien zijn er geen herbiciden nodig. LTO doet in dit project mee. In september is een demo-avond.

Maatschap A. de Vries in Tersoal
De heer De Vries is betrokken bij het gebiedsproces Âldeboarn – De Deelen. Hij zit o.a. in de gebiedscommissie. De gebiedscommissie bestaat uit LNV, boeren uit de regio, Dorpsbelang, Staatsbosbeheer, Wetterskip. De landerijen van mts. De Vries ondervinden geen bodemdaling, de grondwaterstand staat boven het veen. Daardoor is er geen oxidatie.
Een vitaal landschap omvat meer, het is onderdeel van de hele transitie waar we voor staan. De wateropgave, gezonde bodem, bodemvruchtbaarheid (3-jarig subsidie traject) dit resulteert in meer wormen. Mts. De Vries strooit eierschalen (kalk) om de zuurgraad te verlagen. Wetsus is ook betrokken bij dit proces van schimmels in de bodem. Het onderwijs is sinds kort weer meer gericht op het verbeteren van de bodem, maar dit kan nog beter. In het kader van verbreding kijkt men (nu) naar kleine dingen pluktuin en producten verkopen aan huis, melk en kaas.

Maatschap Folkerts-Rijpkema in Lollum
Van oorsprong is de maatschap een veehandelsbedrijf en schapenhouderij. Dochter en schoonzoon wilden graag een melkveebedrijf beginnen. Vervolgens geanticipeerd op het vervallen van het melkquotum per 1 april 2015. De MOB heeft de Nb-vergunning heel lang kunnen tegenhouden. Vervolgens kwamen de fosfaatrechten. Door het uitblijven van de Nb-vergunning eerst weer koeien verkocht. In juni, toen de fosfaatrechten van kracht werden had het bedrijf nog maar 50 koeien. Er moesten dus fosfaatrechten worden aangekocht om de stal met ruimte voor 130 koeien toch vol te krijgen.
Het bedrijf staat in een gebied waar de opgave minder groot is, vanwege de kleigronden. De bodem is van nature van een goede bodemstructuur met voldoende bodemleven. In de directe omgeving zijn veel agrarische bedrijven met jonge kinderen, maar ook veel boeren die geen opvolger hebben. Deze waren anders voornemens om te gaan stoppen, maar die nu eerst gaan afwachten wat de consequenties zijn van de ‘stikstofbrief’ van de minister.
Maatschap Visser in Molkwerum
Zoon Klaas wil graag het bedrijf overnemen maar vraagt zich wel af hoe? Nu melken ze 150 melkkoeien op 68ha. Het bedrijf is zelfvoorzienend met behulp van zonnepanelen. Waarschijnlijk wordt het aantal zonnepanelen nog uitgebreid. Vooralsnog geen ambitie voor een kleine windturbine. De zonnepanelen leveren stroom voor een ijsmachine die de melk koelt al voordat deze in de melktank komt.
Misschien is er wel weer een nieuwe ruilverkaveling nodig nu er zoveel boeren stoppen, of hun bedrijf hebben op een locatie die qua natuur minder geschikt is. Omschakelen naar biologisch is een optie maar het moet je niet worden opgelegd. Een startsubsidie zou een stimulans kunnen zijn, ook om de eerste jaren van omschakeling goed door te komen.
Het bedrijf heeft last van ganzen in het voorjaar. Gelet op de hele administratieve rompslomp wordt geen subsidie gevraagd om de overlast van de ganzen – het kaalvreten van het land – te compenseren. Het bedrijf doet ook aan greidefûgelbehear maar er zitten veel predatoren, met name langs de spoorlijn Stavoren-Molkwerum. Prorail doet wel aan beheer maar niet voldoende.
Maatschap de Witte in Ferwâlde
Het bedrijf omvat 90 melkkoeien met bijbehorend jongvee. De vroegere ‘arbeiderswoning’ achter op het erf is ingericht als recreatiewoning en wordt gemiddeld 75% van het jaar verhuurd. Dit zorgt ook voor inkomensstroom.
Het bedrijf van De Witte ligt in het ganzen gedooggebied. Hiervoor ontvangt hij een jaarlijkse vergoeding. Door de ganzen valt vaak de gehele eerste snee weg, dit wordt echter niet vergoed. Bij een droog voorjaar is de schade nog groter.
De heer de Witte heeft nog een aantal interessante vragen waar wij (ambtelijk) ook al aan gedacht hadden: Wat gebeurt er met de oude Hinderwetvergunningen of meldingen die niet meer actueel zijn?
Oude Hinderwetvergunningen vallen rechtswege onder het Activiteitenbesluiten en zijn, voor zover de activiteit niet vergunningsplichtig is, gewijzigd in een melding. Een melding kan niet worden ingetrokken. Wel zou de houder van de melding – melding moeten/kunnen doen wanneer de milieuhinder veroorzakende activiteiten volledig zijn beëindigd. Voor het intrekken van een milieuvergunning is dezelfde procedure vereist als wanneer men de milieuvergunning heeft aangevraagd. Ten aanzien van de milieuvergunning: het bevoegd gezag mag een omgevingsvergunning geheel of gedeeltelijk intrekken indien gedurende drie jaar geen handelingen zijn verricht met gebruikmaking van de vergunning. Vroeger verviel een dergelijke vergunning van rechtswege.
Hoe wordt op dit moment de depositie berekend, op basis van metingen of op basis van vergunningen? Er van uitgaande dat de manier van meten correct is, dan heeft intrekken van een vergunning van een bedrijf dat al niets meer uitstoot en dus niet meetbaar was voor de depositie geen prioriteit.
Wat is het programma Vitaal Landschap?
In 2018 is gemeente Súdwest-Fryslân gestart met het programma Vitaal Landschap. Een programma gericht op de ondersteuning van diverse opgaves in onze leefomgeving. Denk daarbij aan opgaves rond klimaat (bijvoorbeeld verlagen van de CO2 uitstoot in veenweide gebieden), de natuur (bijvoorbeeld rond weidevogels en stikstof) en opgaves rond water (kwaliteit en waterbuffers).
Urgentie
De urgentie van de vraagstukken rond het Vitaal Landschap in gemeente Súdwest-Fryslân zijn groot. De stikstofproblematiek en daaruit volgende onrust vraagt van ons extra aandacht. Ook het dossier voor Veenweide komt steeds nadrukkelijker in beeld. Voortbordurend op kennis en samenwerking vanuit de afgelopen jaren proberen we bij gemeente Súdwest-Fryslân deze opgaves vorm en inhoud te geven. Daarom zetten we versterkt in op de doorontwikkeling van het Vitaal Landschap programma.
Wat gaan we doen de komende maanden?
Momenteel werken we aan de inhoudelijke aanpak van het programma, conform de ambitie van het college van burgemeester en wethouders. We kijken naar welke opgaves we willen bundelen en hoe we tot een gebiedsgerichte aanpak kunnen komen. Veel van die vragen hangen ook samen met de provinciale aanpak in het kader van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Op hoofdlijnen zien we de komende maanden de volgende processtappen. Deze lijst is niet volledig en wordt al werkende aangevuld:
Augustus ‘22
- Wethouder Henk De Boer bezoekt aantal betrokkenen
- Doorontwikkeling Vitaal Landschap programma binnen de gemeente
- Basisinformatie rond Vitaal Landschap, incl. stikstof, op de website van Súdwest-Fryslân
September ‘22
- Wekelijks Vitaal Landschap overleg met de wethouder van Landbouw ( Henk De Boer)
- Afstemming met provincie over de integrale gebiedsgerichte aanpak (o.a. in het teken van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)).
- Stakeholders overleg Vitaal Landschap SWF (vertegenwoordigers van landschapspartners uit de landbouw, natuur en recreatiesector)
- Verdere uitwerking informatie en informatiepunt op de website van de gemeente
Oktober ‘22
- Vanuit Nationaal Programma Landelijk Gebied worden doelstellingen per provincie voor stikstof, klimaat en water vastgesteld die we vervolgens moeten vormgeven voor ons eigen gebied. In de periode tot juli 2023 is de provincie aan zet, om samen met gebiedspartners, te komen tot een provinciaal plan.
Achtergrond Programma Vitaal Landschap
Het Vitaal Landschap programma is tot stand gekomen door de toenemende urgentie van de leefomgevingsvraagstukken. Ingegeven door internationale afspraken zoals het klimaatakkoord en de doorvertaling daarvan naar Nederland, de provincie en ook gemeente Súdwest-Fryslân. Dat raakt allemaal aan transities in onze fysieke leefomgeving rond bijvoorbeeld energie en landbouw.
In de 1e fase van het Vitaal Landschap programma (periode 2018-2021) is er gericht gewerkt aan met name opgaves in het buitenstedelijke, landelijke gebied. En er is bijvoorbeeld gewerkt aan landbouwvraagstukken.
Op vrijdag 8 juli organiseerden Agractie Fryslân en Team Agro NL afdeling Fryslân een bustour om op ludieke wijze bestuurders in gesprek te laten gaan met de agrarische sector. Een aantal boeren, raadsleden van gemeente Súdwest-Fryslân, betrokkenen van provincie Fryslân (waaronder gedeputeerde dhr. Fokkinga, enkele statenleden en kwartiermaker stikstof dhr. Zondervan) en wethouder Henk de Boer bezochten twee akkerbouwbedrijven (Anema en Hogenhout, beide in Arum) en een melkveehouderij (Politiek bij Makkum). Ondanks de goede gesprekken was het duidelijk dat er onzekerheid en onrust heerst in de sector.
Wethouder Henk de Boer was blij met de uitnodiging van Alice van Gosliga (boerin en ambassadeur van Team Agro NL): ‘Dit wie in hiel moai inisjatyf dat ús by trije boerebedriuwen brocht dy ’t elk op har eigen wize fertelden nei de syktocht om it paad te finen yn wat der frege wurdt. Sawol de ikkerboubedriuwen as de molkfeebedriuwen wurde allegearre op in ferskillende wize rekke troch de plannen sa ’t dy der no lizze. Eltsenien wol in duorsume lânbou, mar dan kom je bygelyks te praten oer de opfolging. De bern wolle troch, maar op hokker wize moatte sy buorkje? Takomstperspektyf wie it wichtichste ûnderwerp fan ‘e middei. Hoe soargje wy derfoar dat wy no de goede dingen dogge foar de lange termyn? Ik bin bliid mei de petearen dy ’t ta stân kamen tusken oan de iene kant minsken út de polityk en oan de oare kant minsken út de lânbou. We sille mei alle partijen gearwurkje moatte om perspektyf te bieden.’

Provincie en gemeente willen voorwaarden scheppen om gebiedsprocessen vlot te trekken
Op 5 juli 2022 hebben de wethouders Henk de Boer en Bauke Dam gesproken met een ambtelijke afvaardiging van de provincie Fryslân over het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) en de stikstofaanpak. De provincie moet aan de slag met de door het Rijk opgelegde kaders voor klimaat, natuur/stikstof en water.
Pieter Zondervan, bij de provincie kwartiermaker NPLG en Uitvoeringsprogramma stikstof, is blij met de steun vanuit Súdwest-Fryslân voor de provinciale aanpak. De provincie heeft besloten de ingekleurde kaart van de minister met stikstofdoelstellingen aan de kant te leggen. Binnen de Friese aanpak wordt verwacht in dialoog met de gebieden tot een vervolg te kunnen komen. De minister geeft hiervoor ook ruimte. Door alle ontstane commotie is het lastig om goed met de agrarische sector in gesprek te komen. Dit bemoeilijkt bijv. de gebiedsaanpak in Idzegea.
De provincie probeert met de sector een goed gezamenlijk kennisniveau te stimuleren. Daardoor kan op een passende manier met het Rijk en met de gebieden een dialoog ontstaan over wensen en verwachtingen. Onderdeel hiervan was het organiseren van een webinar op 5 juli in samenwerking met LTO Noord over de stikstofaanpak in Fryslân.
Tijdens het overleg zijn meerdere aspecten rond het stikstofdossier op basis van het Friese uitvoeringsprogramma en de aanpak NPLG toegelicht en besproken. O.a. de gesprekken met de industrie over te zetten stappen, de financieringsaanpak bij banken, de mogelijkheden voor aankoop van gronden, de mogelijkheden om extra te meten, kansen vanuit de nieuwe kaders voor het Europese Gemeenschappelijke Landbouwbeleid (GLB), te verwachten uitspraken van lopende juridische procedures, etc. Spannend is ook hoe binnen het NPLG in oktober nieuwe richtinggevende kaders vanuit het Rijk voor een nieuwe dynamiek zullen gaan zorgen.
De provincie verkent de organisatorische opzet van de in te richten gebiedsprocessen. Vooral daarbinnen zullen alle doelen en ambities tot een samenhangende aanpak gaan leiden. De gemeente wil hier graag bij worden betrokken.
Afsluitend wordt de zorg uitgesproken over de voorgenomen aanwijzing van de Fûgelhoeke bij Kouden als aanvullend stikstofgevoelig gebied (met een waarde boven de zgn. kritische depositiewaarde). De provincie heeft de minister al verzocht van deze aanwijzing af te zien. De gemeente maakte hiertegen ook al eerder bezwaar. De mogelijkheid om hier gezamenlijk tegen het voorgenomen besluit in het geweer te komen, wordt bekeken.
Afgesproken is om direct na het zomerreces opnieuw te overleggen en bij te praten. Zo nodig vindt tussentijds nog een aanvullende afstemming plaats.
Op sneon 2 july brocht wethâlder Henk de Boer in besite oan de iepen dei fan biologysk boer Sicco Hylkema. Hylkema buorket yn Aldegea en hat yn de perioade 2015–2017 in wiksel meimakke nei biologysk buorkjen.
De biologyske lânbou giet út fan fjouwer tinzen:
- Sûnens fan boaiem, plant en bist
- Ekologyske kringloop
- Bedriuwsfiering passend by de omjouwing
- Ferantwurdlikens nei de takomst
Wethâlder de Boer oer de wurkbesite: ‘By Hylkema seach ik dat it him in goed gefoel jout dat er hjirmei in bydrage leverje kin oan in diverser en skjinner miljeu. Op ‘e iepen dei fertelde er wat de wiksel nei biologysk foar syn bedriuwsfiering betsjutten hat. Hy hat ynlevere op it oantal kij en op de molkeproduksje per ko. Hjirfoar moast er ek oare ko-rassen meikrúse. Der tsjinoer hat er mear tiid oer omdat de kij har sels mear rêde kinne. De kij binne sûner en meie âlder wurde. Fansels is der yn Aldegea ek ûnwissigens oer de stikstofproblematyk. Mar de blik nei de takomst is der seker.’
Biologyske takomst
Biologyske boeren falle ûnder de Skal 1984, de wet oangeande biologyske produksje fan fiedingsmiddels. Hjir ûnder hingje regels foar û.o. greidegong, keunstdong, antibioatika, foer en romte per bist. Fanút Europa is der earder oantrúne om yn 2030 25% fan it Europeeske lânbouareaal op in biologyske wize behearre te litten. Dy plannen binne yn maaie 2022 earst opskort, mar in mooglike útwreiding nei biologysk wurdt wol fierder ûndersocht. Foar Nederlân soe dat in grutte opjefte betsjutte, want we sitte no noch ûnder de 6%.

Achte boeren,
It is no trije wiken lyn dat de stikstofdoelen fan it kabinet presintearre binne. It is noch alle dagen yn it nijs en it petear fan de dei. Ek by ús op it gemeentehûs.
De ôfrûne wiken binne wy mei jimme yn petear west. Wy wolle jimme tankje foar it betrouwen en jimme ferhalen. Goed dat jimme jimme soarchen mei ús diele woene. Dat is hiel weardefol foar ús. Wy ha inoar nedich om te wurkjen oan in duorsume takomst yn ús plattelânsgemeente en wy wolle graach yn petear bliuwe.
Wat giet der de kommende tiid barren? In protte is ûnwis mar wy wolle wurkje oan perspektyf. Takomme wike ha wy in petear mei de provinsje Fryslân om in stik dúdlikheid te krijen oer wat er de kommende perioade fan ús (de gemeente) ferwachte wurdt en wat de rollen binne foar alle belutsen partijen. It giet dan bygelyks oer de gong fan saken rûn it Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Under oaren Pieter Zondervan (provinsjaal kwartiermakker NPLG/útfieringsorganisaasje stikstof) is hjirby. Dan sil ek praat wurde oer de mooglike oanwizing fan in ekstra stikstofgefoelich gebiet (De Fûgelhoeke, Natura 2000-gebiet ‘Oudegaasterbrekken, Fluessen e.o.’).
Yn de tuskentiid wolle we yn gesprek bliuwe mei al ús partners omdat wy it belangryk fine om te hearren wat der spilet en ús yn it foar ferdjippe wolle yn de stikstofproblematiek en de koppeling mei de oare opjeftes, sa as de feangreide, de sûne grûn en it wetterbehear.
We sille noch foar de fakânsjeperioade fierdere petearen mei partners út it lanlik gebiet hawwe. We ha inoar dêr yn nedich. Fanút de hegere oerheid hawwe we ferlet fan dúdlike útgongspunten en regels, sadat der perspektyf bliuwt foar ús boeren. We moatte ús allegear ynsette foar de opjeften dy’t der lizze yn ús lânskip. De transysje op it plattelân sille we mei syn allen stâl jaan moatte. Nei de simmerfakânsje sille wy yn oerlis mei jimme dêr fierder hannen en fuotten oan jaan.
Wy hâlde jo op de hichte fan wat der spilet op de ûnderwerpen sa’t wy dy bepraat ha. Suggestjes fan jimme kant sa ’t dy ús earder al meijûn binne, riede wy fierder ta. Hjir komme wy op werom. Fierdere opmerkings of fragen bliuwe wolkom.
Wethâlder Henk de Boer
De door de minister Van der Wal gepresenteerde stikstofdoelstellingen van 10 juni 2022 zijn bij onze boeren in Súdwest-Fryslân als een mokerslag aangekomen. Die boodschap werd vrijdag 17 juni 2022 meegegeven aan de wethouders Henk de Boer (Landbouw Natuur Landschap) en Bauke Dam (Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening). Het gebeurde in Ferwoude tijdens een open en emotioneel gesprek met een afvaardiging van plaatselijke vertegenwoordigers van onder andere de LTO, AJF, Agractie, Collectief Súdwestkust, Agricycling en Us Hof. De aanwezige boeren waren zichtbaar aangedaan en van slag.
Er heerst ongeloof en onbegrip over de gekozen boodschap en de manier van communiceren vanuit Den Haag. De consequenties, met reductiedoelstellingen tot 47, 70 en 95 procent, zijn binnen de gemeente onverwacht ongekend fors, zoals binnen het veenweidegebied en langs de IJsselmeerkust. Bestaand enthousiasme in het gebied om meer natuurinclusief, circulair en klimaatadaptief te werken, worden hiermee de kop ingedrukt. Bijvoorbeeld in samenhang met de weidevogelaanpak. Er werden voorbeelden genoemd waarbij waardevolle verandervoorstellen van boeren door de ministersbrief per direct van tafel zijn geveegd. Bovendien ligt te beschermen stikstofgevoelige natuur vaak op flinke afstand. Wat is hier de logica van, vraagt men zich af.
“Wy moatte de hegere oerheid fertelle dat we al drok dwaande binne”, zei wethouder De Boer in een reactie hierop. Hij ondersteunt dan ook de brief van de provincie Fryslân aan de minister, waarin Gedeputeerde Staten aangeeft onaangenaam verrast te zijn door de voorstellen. In Friesland wordt al jaren gewerkt om de landbouwpraktijk aan te passen. Binnen de gemeente Súdwest-Fryslân zijn verschillende innovatieve initiatieven om de stikstofemissie te verlagen. “Wy sille in Den Haach noch better it ferhaal fan ús boeren en ús buorkjen fertelle moatte”, aldus wethouder De Boer. “Wy kinnen tegearre mei ús boeren komme ta in ekologyske tûke en lykwichtige bedriuwsfiering. De boeren moatte de ferantwurdlikheid hawwe om de omslach te meitsjen en wy kinne harren deryn begeliede. Wy moatte de boeren de kâns jaan!”
“It brief rekket net allinnich de agraryske sektor hiel hurd mar it hiele plattelân, ek op ekonomysk mêd trochdat it gefolgen hat foar leanbedriuwen en molkfabriken”, benadrukt wethouder Bauke Dam. “Súdwest-Fryslân is kwa oerflakte de grutste gemeente fan Nederlân mei it grutste bûtengebiet. Dit hiele fitale bûtengebiet is ûnderdiel fan ús DNA. Dat wurdt hjirtroch rekke en dat kinne we net samar barre litte”, aldus Dam.
Wethouder De Boer wil binnen het al bestaande gemeentelijke stakeholdersoverleg ‘Vitaal Landschap’ goed met elkaar in gesprek blijven. De gemeente wil dit samen en in goed overleg met de sector oppakken. Naast landbouw zijn daarin ook de sectoren natuur en toerisme vertegenwoordigd. Daarnaast worden de inwoners betrokken. Als grootste landbouwgemeente van Nederland is de landbouw in Súdwest-Fryslân verweven met een eigen Friese plattelandstraditie. De Boer: “De transysje op it plattelân sille we mei syn allen stâl jaan moatte”.