Groen in onze gemeente
Wij vinden groen heel belangrijk. Groen is niet alleen goed voor het milieu, het maakt plekken ook interessant om te bezoeken. We onderhouden en beheren onder andere parken, bossen, begraafplaatsen, bermen, speelvoorzieningen, sloten en vijvers. Wij streven naar een afwisselend, verzorgd, duurzaam en veilig groen. Lees hieronder verder voor meer informatie.
In 2018 is IJlst tijdens de Nationale Groendag in Den Haag uitgeroepen tot de één na groenste stad van Nederland! Hjir binne wy grutsk op!
Onderwerpen
Wij beheren 1200 hectare openbaar groen, waar meer dan 50.000 bomen staan! De visie is vastgelegd in het Bomenbeleidsplan. Met dit beleid houden we een veilig, afwisselend en gezond bomenbestand. Wil je dit rapport inzien? Neem dan contact op via het contactformulier.
In onze gemeente worden bijna 3000 bomen extra beschermd, deze staan in het bomenregister 2024. Bewoners en dorps- of wijkbelangen kunnen nieuwe bomen aanmelden. Wij beoordelen dan of de boom extra beschermd moet worden. Meer over bomen in onze gemeente vind je op de pagina Kappen en herplanten bomen.
Iepen
De Stichting Iepenwacht Fryslân (SIF) werkt al sinds 2005 om de iepziekte onder controle te krijgen en de iep als soort te blijven behouden voor Fryslân. Wij zijn aangesloten bij de stichting.
Onze bermen in dorpen, steden en buitengebied hebben samen een oppervlakte van 800 hectare. Dat zijn ongeveer 1000 voetbalvelden! Bermen hebben niet alleen een functie voor het verkeer als uitwijk mogelijkheid, maar zijn ook waardevol voor planten en dieren (biodiversiteit). In onze gemeente komen in bermen meer dan 200 plantensoorten voor. Hier zitten ook soorten bij die wettelijk beschermd zijn. Planten en dieren, waaronder bijen en vlinders gebruiken de berm om zich te verplaatsen.
Waarom maaien we bermen?
De belangrijkste reden voor het maaien van bermen is de verkeersveiligheid. Het is belangrijk dat je een kruispunt veilig kunt oversteken. Daarom maaien we rondom het kruispunt vaker. Dit doen we ook langs de meeste bermranden van fietspaden en voetpaden. Een goed weg- en bermbeheer is een wettelijke taak. Daarnaast: wanneer we de bermen niet maaien wordt op termijn alles bos, dat is niet wenselijk. Met een goed maaibeheer zorgen we ervoor dat veel bloemrijke kruiden zich kunnen ontwikkelen. Dat is goed voor de biodiversiteit en aantrekkelijk voor inwoners en bezoekers.
Hoe en hoe vaak worden de bermen gemaaid?
We voeren met name twee vormen van beheer uit: ecologisch en klepelen.
- Ecologisch (hooilandbeheer): op dit moment wordt 71% van onze bermen ecologisch beheerd. Door het afvoeren van het gras wordt de bodem langzaam minder voedselrijk, hierdoor groeit het gras minder snel en komt er ruimte voor bloeiende kruiden. Waar het kan, laten we stukjes berm staan. Het gedeelte dat niet wordt gemaaid biedt dekking, voedsel en voortplantingshabitat voor vlinders, bijen en andere dieren. Dit betekent (meestal) tweemaal per jaar maaien. Het gras voeren we af rond juni en september. Op plekken waar ratelaar is uitgezaaid, maaien we maar eens per jaar. Dit is in september. De ratelaar leeft deels van gras. Daardoor groeit het gras minder hard en komt er ruimte voor bloemrijke kruiden. We zaaien de ratelaar op veel plekken uit. Het voordeel is minder beheerkosten en meer bloemen en insecten.
- Klepelen: smallere bermen klepelen we twee keer per jaar, waarbij we in de eerste ronde delen laten staan. Klepelen betekent dat het gras wordt gemaaid en dat het blijft liggen. Klepelen is een goedkope beheermethode omdat het gras dus niet afgevoerd wordt. Het nadeel is dat er weinig verschillende bloemrijke kruiden groeien.
Op enkele plekken worden schapen ingezet om bermen en andere terreinen te beheren. In het burgemeester Rasterhoffpark in Sneek worden Schotse Hooglanders ingezet. Dit helpt ook mee om de verspreiding van de reuzenberenklauw tegen te gaan.
Waarom beheren we niet alle bermen op een ecologische wijze?
Maaien en afvoeren is drie keer zo duur als klepelen, daarom beheren we niet alle bermen ecologisch. Ook zijn deze bermen meestal te smal of te steil voor bijvoorbeeld hooilandbeheer.
Kan ik als particulier ook een gemeentelijke berm beheren?
Ja, zolang het niet gevaarlijk is voor het verkeer. Hieraan zijn wel enkele voorwaarden aan verbonden: zo mag er niet bemest worden en mag er niet eerder dan vanaf juni gemaaid worden. Het gras is voor de boer.
We willen meer bloemen in bermen, kan de gemeente een kruidenmengsel inzaaien?
Het inzaaien van een bloemenmengsel in bestaande bermen leidt vaak tot teleurstelling. De meeste bermen bestaan in onze gemeente namelijk uit voedselrijk klei- en veengrond. Zaaien we deze bermen in met bloemzaden, dan verdringt het gras al heel snel de bloemen. Ook kan het zijn dat hierdoor de huidige plantensoorten (waaronder zeldzame) worden verdrongen.
Als we een nieuwe berm maken waar nog geen grassen in staan, zaaien we wel de inheemse rode en/of witte klaver mee. Deze planten komen van nature in onze omgeving voor, ze bloeien lang en zijn belangrijk voor bijen, vlinders en andere insecten.
Een goed beheer is veel belangrijker en duurzamer dan inzaaien van bloemen. Ook zonder inzaai komen de plantensoorten vanzelf, al kan dit wel een paar jaar duren.
Binnen de bebouwde kom mogen we wel uitheemse bloemzaden of kruidenmengsels gebruiken. Omdat in tuinen en het openbaar groen al veel soorten voorkomen die hier oorspronkelijk niet vandaan komen.
Het is verleidelijk om de natuur een handje te helpen en bloemenmengsels in te zaaien. In bermen, op dijken, langs akkerranden of natuurgebieden in het buitengebied. Maar dat kan echter bijdragen aan verlies van inheemse wilde planten en bijbehorende insecten. Meer informatie vind je op de website van Nature To Day.
Hoe gaan we om met wettelijk beschermde planten?
In onze bermen komen ook wettelijk beschermde planten voor zoals de Rietorchis. Deze planten zijn, waar de locaties ons bekend zijn, in kaart gebracht en verwerkt in ons beheersysteem. Onze beheerders maaien om deze planten heen zodat ze zich verder uit kunnen breiden.
Bij veel entrees van dorpen en steden worden jaarlijks grote hoeveelheden verschillende biologisch geteelde bloembollen geplant die een aantal maanden bloeien. De vroegbloeiende bolgewassen zijn heel belangrijk voor het eerste voedsel voor bijen en andere insecten.
Op steeds meer plaatsen laten we bewust grassen en kruiden staan rondom bomen. Dit is niet alleen beter voor de bomen, maar ook voor de insecten, bijen en vlinders.
Sinds vorig jaar maaien we nog maar 1 keer per jaar rondom de bomen. Uitzonderingen zijn de bomen binnen de stadsgrachten van Sneek en Bolsward, op begraafplaatsen en de beide Rijksmonumenten: het Wilhelminapark in Sneek en het Julianapark in Bolsward. Hier maaien we vaker.
Minder maaien beter voor boom en biodiversiteit
Dit jaar laten we waar het kan nog iets meer gras staan. Het betreft dan met name boomgroepen en bomenrijen. Zo ontstaan er cirkels, ovalen en stroken tussen en om de bomen.
Door minder te maaien is de kans kleiner dat de (jonge)bast van de boom beschadigt. Daarnaast komen er in de loop van de jaren meer wilde bloemen tot ontwikkeling zoals hondsdraf, madeliefjes, boterbloemen en ereprijs. Hier komen dan weer insecten, bijen en vlinders op af vanwege de nectar en stuifmeel, maar ook om te schuilen of om eitjes te leggen.
Inzaaien en inplanten bloemen
Om de boomspiegels mooier te maken wordt bij het planten van nieuwe bomen een insectvriendelijk bloemenmengsel gezaaid met inplant van inheemse kruiden. Deze eenjarige bloemen geven met name het 1e jaar extra kleur waarna grassen en inheemse kruiden het overnemen.
Grasmaaien
In onze gemeente maaien we het gras in de bebouwde kom gemiddeld 1 x per week tijdens het maaiseizoen van april tot november. Grotere grasvelden en bermen maaien we gemiddeld 2 x per jaar.
Je ziet misschien meer onkruid op en langs de wegen en paden dan je gewend bent. Dat komt omdat we geen chemische middelen meer gebruiken. Het tegengaan van onkruid op wegen en stoepen is daardoor een stuk lastiger en duurder geworden.
We zetten tijdens het groeiseizoen aannemers in om de stoepen schoon te houden. Zij branden het onkruid weg of bestrijden het onkruid met heet water of hete lucht. Om de bestrating en goten goed schoon te houden gebruiken we onze eigen veegwagens. Het schoonmaken van goten en parkeerterreinen is soms lastig, omdat er auto’s staan geparkeerd.
Alleen met elkaar kunnen we het onkruid beperken. Je kunt ons helpen door zelf de stoepen, goten of parkeerterreinen bij je woning onkruidvrij te houden.
Hieronder vind je een aantal veelgestelde vragen.
Mag de gemeente/mogen inwoners nog chemische onkruidbestrijdingsmiddelen gebruiken?
Nee. Sinds 2016 is het gebruik van chemische middelen voor overheden en professionals verboden. Dit omdat veel bestrijdingsmiddelen in het oppervlaktewater terechtkomen, wat een nadelig effect heeft op planten, dieren en de productie van drinkwater. Sinds 2015 zijn wij gestopt met chemische middelen. We gebruiken sindsdien een methode met heet water, hete lucht, branden, borstelen en vegen.
Particulieren mogen middelen als Roundup ook niet meer gebruiken op halfopen en gesloten verhardingen, zoals tegels, straatstenen, asfalt en beton.
Werken de milieuvriendelijke methoden net zo goed?
Nee, na iedere behandeling groeit het onkruid steeds snel weer aan. Het is daardoor lastig om straten en stoepen onkruidvrij te houden. Wij verwachten wel dat onkruid gaandeweg minder gemakkelijk aangroeit en beter beheersbaar wordt. Al moeten we accepteren dat straten, trottoirs en paden niet helemaal onkruidvrij zijn.
Welke afspraken zijn er gemaakt over het onderhoudsbeleid?
De gemeenteraad heeft bepaald dat er wel enig onkruid in de straat mag staan. Daarnaast is op een aantal plekken een iets netter beeld gewenst. Denk hierbij aan centra van enkele dorpen en steden en toeristische locaties.
Met eigen mensen en machines en een aantal aannemers proberen we aan deze opdracht te voldoen. Gelukkig zijn er ook veel mensen die de stoep bij hun woning schoon houden. Daar zijn we erg blij mee.
Wanneer komen de veeg- of borstelwagens langs?
Vanaf januari 2020 zetten we bij kleinere dorpen een bord met daarop de dag vermeld waarop de veegwagen komt. Inwoners kunnen dan zorgen dat er ruimte is voor de veegwagens. Ook zijn er een aantal contactpersonen die ervoor zorgen dat iedereen weet wanneer er wordt geveegd.
De borstelmachines worden vooral ingezet bij het schoonmaken van parkeervakken. Daar plaatsen we ook borden, zodat auto's op de aangegeven dag ergens anders kunnen gaan staan.
Wat wordt er nog meer gedaan om onkruid te bestrijden?
Waar het kan, halen we overbodige verhardingen weg en vervangen we deze door gras of beplanting. Ook halen we overbodige paaltjes en andere obstakels weg om de werkzaamheden beter en sneller uit te voeren.
Wat kun je zelf doen?
Je kunt ons helpen door zelf stoepen, goten en parkeerterreinen bij je woning onkruidvrij te houden. Je mag hiervoor geen chemische middelen gebruiken. Ook (schoonmaak)azijn, chloor of zout is schadelijk voor het milieu. Door kokend water over de stoep te gieten sterft onkruid af, ook kun je regelmatig vegen met een harde bezem.
In verschillende dorpen en wijken zijn groentetuinen waar inwoners samen groenten en fruit verbouwen. Gezonde producten, voor en door inwoners geteeld. Heb je een leuk idee voor een dorps- of stadstuin? Neem dan contact op met je stads-, dorps- of wijkcoördinator.
Heb je plannen voor een dorps- of stadstuin? Wij helpen je hier graag mee. De gemeente kan:
- Onder bepaalde voorwaarden grond beschikbaar stellen;
- Meedenken over regelgeving zoals het bestemmingsplan;
- Een kleine financiële bijdrage leveren.
Kijk voor meer informatie over het opzetten van een dorps- of stadstuin in de folder over dorps- en stadstuinen.
De komende jaren zetten we ons in om de leefomgeving van bijen, vlinders en andere insecten te verbeteren. Dit doen we door op plaatsen een vriendelijker beheer voor insecten van bermen te voeren. Insecten kunnen zich op deze manier ongehinderd verplaatsen en uitbreiden tussen verschillende natuurgebieden, steden en dorpen. De aanleiding is de sterke achteruitgang van de insecten in Nederland (75% in de afgelopen 30 jaar). De aanpak staat omschreven in het adviesrapport Insectennetwerk Súdwest-Fryslân. Wil jij dit adviesrapport ontvangen? Vraag hem op via ons contactformulier.
Inventarisatie
Alle insectrijke gebieden in onze gemeente zijn in kaart gebracht. Het gaat hierbij niet alleen om natuurterreinen die in beheer zijn bij natuurorganisaties, maar ook om terreinen van agrarische natuurverenigingen. Insectrijke gebieden in steden en dorpen zijn ook geïnventariseerd.
Beoordeling
Vervolgens zijn alle gemeentelijk bermen beoordeeld in welke mate ze geschikt zijn voor insecten en om te verbinden tussen deze terreinen. Zo scoren brede bermen hoger dan hele smalle bermen. Andere aspecten waar naar gekeken is, zijn: grondsoort, verkeersintensiteit, recreatieve waarde en aanwezigheid van weg- en erfbeplantingen/tuinen voor voedsel en schuilmogelijkheden. Op basis van deze beoordeling is een kansenkaart gemaakt.
Gefaseerd maaien
Op dit moment wordt 71% van de bermen in onze gemeente ecologisch beheerd. Ecologisch bermbeheer bestaat uit gefaseerd maaien en afvoeren. Door het maaisel af te voeren wordt de bodem langzaam voedselarm. Op voedselarme grond bloeien veel inheemse planten beter. Het is van belang bij het maaien om een deel te laten staan. Het niet gemaaide deel biedt dekking, voedsel en voortplantingsmogelijkheden voor vlinders, bijen en andere dieren. Ook krijgen kruiden de kans om langer te bloeien en zaad te zetten.
De overige bermen worden geklepeld, waarbij het maaisel blijft liggen. Deze methode is een stuk voordeliger maar biedt minder kansen voor bloeiende kruiden en insecten.
Geocaching is een spel waarbij je met een GPS op zoek gaat naar een schat (de cache). Zo'n cache is bijvoorbeeld een kistje met daarin een logboekje, waarin je je naam schrijft als bewijs dat je de cache gevonden hebt (loggen).
We staat open voor deze leuke, sportieve activiteit! Toch willen we voorkomen dat er een wildgroei aan caches ontstaat op gemeentelijk terrein. Dit kan namelijk leiden tot druk op de natuur, of op wijken, en in een extreem geval misschien tot onveilige situaties en overlast. En, dat is natuurlijk niet de bedoeling van het spel.
Op www.geocaching.com staan de richtlijnen voor het plaatsen van geocaches. Wil je een cache op gemeentegrond plaatsen? Hou je dan aan deze richtlijnen. Daarnaast hebben we als gemeente aanvullende spelregels, waar je je ook aan moet houden. Als je je aan deze spelregels houdt, hoef je ons niet om toestemming te vragen.
Spelregels voor het plaatsen van een cache
- Een cache ligt op minimaal 20 meter afstand van een particulier terrein waarop gebouwen staan waarin mensen verblijven (zoals een woning, school of bedrijf);
- Een cache ligt niet in of bij de berm van een verharde weg of op korte afstand van een verharde of onverharde weg;
- Een locatie is bereikbaar via de openbare weg of openbare paden;
- Je mag geen markering op de weg aanbrengen;
- De openbare weg blijft veilig;
- Het is niet toegestaan een cache: - te plaatsen op een speelplaats of begraafplaats; - diep in de grond te verstoppen; - met gereedschap te begraven; - vast te maken op, in of aan gemeentelijke bomen; - op, in en boven openbare water te plaatsen; - te verbergen op plaatsen waar privé- of publieke objecten (natuurlijk of door mens gemaakt) beschadigd zijn om een verstopplek, hints of logmethodes te maken/creëren; - op te bergen op een plaats waarvoor je moet klimmen of waden.
Spelregels voor het beheren van een cache
- Plaats je een cache? Dan ben je zelf verantwoordelijk voor het beheer. Wij zijn niet aansprakelijk voor de cache;
- We kunnen een cache (laten) weghalen als deze overlast geeft of schade veroorzaakt. Als eigenaar van de cache kun je ons hier niet aansprakelijk voor stellen;
- We houden in onze bedrijfsvoering geen rekening met de caches. Hebben we je cache per ongeluk vernield of weggehaald, dan kun je, als eigenaar van de cache, ons hier niet aansprakelijk voor stellen.
Wij doen als gemeente al veel om de openbare ruimte groen te maken. Maar, ongeveer 40% van het stedelijk gebied is van inwoners! Daarom vragen wij jouw hulp. We zijn als gemeente aangesloten bij de Stichting Steenbreek om samen met jou te zorgen voor (meer) groen in de buurt!
Heb je geen voortuin? Dan is een geveltuin misschien iets voor jou! Klik hier om een geveltuin aan te vragen. Na de aanvraag nemen wij contact met je op. Je mag dan zelf de planten erin zetten, maar de grond blijft eigendom van de gemeente.
Voor meer informatie over Steenbreek verwijzen we je naar de pagina 'Steenbreek', Operatie Steenbreek en Huisje Boompje Beter.
Ziekten en plagen
De reuzenberenklauw komt op meerdere plekken in onze gemeente voor. De plant kan ook in je tuin voorkomen. In Nederland komen twee soorten voor: de gewone en de reuzenberenklauw. De gewone berenklauw wordt ongeveer een meter hoog en heeft geen rode vlekken op de stengel. De reuzenberenklauw kan wel vier meter hoog worden. De stengel is ongeveer 10 centimeter dik en rood gevlekt. Deze soort heeft enorme bladeren van één tot anderhalve meter lang. De reuzenberenklauw breidt zich snel uit en kan overlast, irritatie en zelfs blaren veroorzaken. Daarom wordt hij bestreden.
Hoe bestrijden wij de reuzenberenklauw?
- De gebieden met grote hoeveelheden planten meerdere keren maaien;
- De planten wegsteken door medewerkers van Empatec;
- De planten bestrijden met elektrische apparatuur;
- De planten laten begrazen door Schotse Hooglanders (Rasterhoffpark).
Hoe kan ik zelf de reuzenberenklauw bestrijden?
De plant weghalen uit eigen tuin is niet verplicht maar de bloemen mogen geen zaden vormen om verdere verspreiding te voorkomen. Wil je zelf de reuzenberenklauw weghalen? Dit kun je als volgt doen:
- Maai de plant, zodat deze niet meer kan bloeien en geen zaad kan vormen. De zaden kunnen wel tot zeven jaar na verspreiding opkomen: houd daarom meerdere jaren vol;
- Steek de plant uit, waarbij je een stuk wortel (ongeveer 15 tot 20 centimeter diep) weghaalt. Dit herhaal je steeds wanneer er weer een nieuwe plant opkomt;
- Giet een paar keer per jaar kokend water op de plant of in de holle stengel.
Tips en adviezen
Doe altijd beschermende kleding aan en bedek je ogen wanneer je zelf aan de slag gaat! Ben je toch in aanraking gekomen met de plant? Volg dan onderstaande tips op:
- Was en spoel de huid direct met water en zeep.
- Bedek de huid daarna meteen: het is verstandig om een week uit de zon te blijven.
- Ga langs de huisarts wanneer er rode uitslag zichtbaar is.
- Heb je het sap van de plant in je ogen gekregen? Spoel dan de ogen uit en neem contact op met de huisarts.
- Ga direct naar de spoedeisende hulp als het sap in je mond terecht is gekomen.
De Japanse duizendknoop bevindt zich op meerdere plekken in onze gemeente en kan ook in je eigen tuin voorkomen. De wortels kunnen door kieren groeien: hierdoor kunnen ze schade veroorzaken aan funderingen, verhardingen, rioleringen, straten en dijken.
Hoe bestrijden wij de plant?
De Japanse duizendknoop is lastig weg te halen. De plant groeit namelijk erg snel en daarbij blijven de diep groeiende wortels vaak in leven. Een deel van de locaties wordt meerdere keren per jaar bestreden met behulp van elektrische apparatuur. Op enkele plaatsen worden de planten uitgestoken door medewerkers van Empatec.
Hoe kan ik zelf de plant bestrijden?
Je kunt in je eigen tuin de plant zelf weghalen, hieronder een aantal tips:
- Je komt het beste van de plant af door met een schep een stuk van de wortel af te steken (tot ongeveer 10 cm diep), dit moet in het eerste groeiseizoen soms vier tot zes keer.
- Door heet water in of op de plant te gieten, wordt de plant verzwakt.
- Let op: gooi wortels en plantafval van de duizendknoop bij het restafval (de grijze container), zo wordt verdere verspreiding voorkomen.
Help jij mee?
Wij willen graag weten waar de Japanse duizendknoop groeit. Zie je de plant in je eigen tuin of in de openbare ruimte? Geef dit dan aan ons door, zodat we samen kunnen proberen de groei tegen te houden.
Klik hier voor meer informatie over de Japanse duizendknoop.
In het voorjaar krijgen wij meldingen over de eikenprocessierups. Deze rups kan veel overlast bij mensen veroorzaken door de brandharen die zij hebben. Ze zitten vaak in eikenbomen, maar ook in grasland of bij stammen van bomen. Wij inspecteren jaarlijks al onze eiken en zetten een gespecialiseerd bedrijf in om eventuele nesten weg te laten halen.
Lees meer over de eikenprocessierups op websites van GGD Friesland en van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu.
Ben je in aanraking geweest met de rups?
Je kunt last krijgen van jeuk, een pijnlijke huid, ademhalingsproblemen en oogontsteking. Volg de volgende tips op na aanraking:
- Spoel de huid en/of de ogen goed met water;
- Was, indien nodig, je kleding op 60 graden;
- Verdwijnen de klachten na twee weken niet? Raadpleeg dan de arts. Ook bij ernstige klachten is het verstandig om naar de huisarts te gaan.
Doe een melding openbare ruimte wanneer je een nest met deze rupsen ziet, ook in bomen in je eigen tuin. Wij laten de nesten door een gespecialiseerd bedrijf weghalen.