Wat een bijzondere shitzooi!

Gepubliceerd op in Cultureel Erfgoed.

Tegenwoordig vinden we het heel gewoon dat de gemeente ons huisvuil ophaalt. Onze uitwerpselen, urine en ander afvalwater verdwijnen moeiteloos in het riool. Vroeger ging dit heel anders in zijn werk. Wist je dat in Bolsward tot voor kort nog een ware tonnetjesloods stond?

Hoe we de tonnetjesloods ontdekten…

Op 6 oktober 2020 werd de collega van erfgoed, Arnold Blikman, gevraagd naar de erfgoedstatus van het langwerpige garagegebouw op de milieustraat te Bolsward. Vanwege complete nieuwbouw moest het pand verdwijnen. Het bleek dat het pand geen enkele status had, zoals rijks- of gemeentelijk monument of karakteristiek pand. “Vanuit erfgoed waren er dus geen bezwaren waren tegen de sloop”, aldus Arnold.

Wel had ik het idee dat dit wel iets bijzonders kon zijn, dus ik besloot toch een bouwhistorische analyse te laten doen.” Dat bleek een goede beslissing, want het langwerpige gebouw van maar liefst 10 bij 61 meter bleek een tonnetjesloods te zijn!

Verplichte overdracht van poep

In de tonnetjesloods werden wisseltonnen vol met poep en urine van de Bolswarders opgeslagen. In ieder geval sinds 1835 haalden particuliere pachters haardas, vuilnis en secreetmest (menselijke uitwerpselen die als mest werden gebruikt) op. De inname van secreetmest gebeurde op vrijwillige basis. De meeste uitwerpselen belandden nog altijd op straat, in de grachten of in lekkende beerputten. In 1879 besloot de gemeenteraad dan ook om in de hele stad het tonnensysteem met wisseltonnen in te voeren.

Het was toen nog geen afgesloten loods, want er waren geen muren. De houten kap met dakpannen werd gedragen door palen. Onder deze constructie lagen vier compostputten. Naast de mest werd hier de haardas en allerlei vuilnis gestort. Met al deze grondstoffen werd compostmest gemaakt.

Binnenkant tonnenloods
Luchtfoto tonnenloods

Hier zou – op den duur - de poep van alle inwoners van de stad verzameld en verwerkt worden tot compostmest voor de verkoop. Eerst deden pachters dit. In 1896 nam de gemeentereiniging het over, tot 1982. Als de volle tonnen bij de bewoners werden opgehaald, kregen ze schone, ontsmette tonnen terug.

Omgekeerd stikstof probleem

Deze centrale inzameling was niet alleen voor de hygiëne nodig. Door de bevolkingsgroei was er steeds meer behoefte aan voedsel. De oogsten putten namelijk de landbouwgronden uit, doordat er te weinig mest was. De landbouwsector kampte in de 19de eeuw dus eigenlijk ook met een stikstofprobleem, maar dan omgekeerd. Wij hebben te veel stikstof en zij hadden te weinig.

Er waren in de 19de en 20ste eeuw meerdere plekken in Nederland waar compostmest geproduceerd werd met secreetmest als grondstof. In Fryslân was het wel het meest populair. In 1891 werd in 33 van de 43 toenmalige Friese gemeenten al poep afgevoerd met tonnen. In acht Friese plaatsen stonden één of meerdere houten overkappingen die leken op die in Bolsward. Al deze overkappingen zijn gesloopt. De tonnetjesloods van IJlst zou in 1975 naar het Openluchtmuseum in Arnhem gaan, maar bleek na een aantal jaren in de opslag verrot te zijn.

Een nieuwe bestemming voor de tonnetjesloods!

Het lijkt erop dat er in Nederland geen tweede tonnetjesloods meer bestaat. Voor ons als gemeente dus een bijzondere, maar ook lastige situatie. Een uniek gebouw waar een prachtig historisch luchtje aan hangt, maar zonder beschermde status. Wat doe je dan? Hergebruik van (delen van) het gebouw vanuit de circulaire gedachte bleek niet mogelijk, maar de tonnetjesloods slopen zou dramatisch zijn.

Gelukkig is openluchtmuseum De Sûkerei in Damwâld bereid om dit pareltje over te nemen. De loods zal hier worden ingezet als droogweerlocatie en educatieve ruimte.

Afgelopen zomer droeg wethouder Henk de Boer onze loods symbolisch over aan de museumvoorzitter Tjibbe Raap, met een ludiek gebaar: het overhandigen van een poeptonnetje!

Bestuursvoorzitter Tjibbe Raap en wethouder Henk de Boer.

Dit artikel is onderdeel van de Nieuwsbrief Cultureel Erfgoed. Wil je op de hoogte van het laatste Cultureel Erfgoed nieuws blijven? Meld je aan voor de Nieuwsbrief Cultureel Erfgoed. Deze verschijnt 2x per jaar.

Zie ook