Voorkeursrecht

Vestigen van voorkeursrecht

Wij kunnen grond (bebouwd en/of onbebouwd) aanwijzen die onder de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) vallen. Een voorkeursrecht geeft ons het recht om als eerste een stuk grond te kopen als de eigenaar van plan is om het te verkopen. 

Op deze pagina vind je antwoord op vragen bij het vestigen van voorkeursrecht.

Vragen en antwoorden

Een voorkeursrecht geeft ons het recht om als eerste een stuk grond te kopen als de eigenaar van plan is om het te verkopen. Met dit instrument kan het college een weloverwogen keuze maken voor een specifiek stuk grond.

De eigenaar moet het perceel eerst aan de gemeente te koop aanbieden voordat het aan anderen verkocht kan worden. Het betekent niet dat de grondeigenaar zijn grond moet verkopen.

De gemeenten in Nederland staan voor de uitdaging om invulling te geven aan belangrijke opgaven op het gebied van maatschappelijke voorzieningen, educatie, sport, mobiliteit, klimaat, natuur, infrastructuur, energie en wonen. Al deze opgaven strijden om de veelal beperkte beschikbare ruimte. Om de regie te houden op deze ontwikkelingen kan de overheid gebruik maken van de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg). Deze wet heeft als doel de overheid een betere uitgangspositie te verschaffen op de grondmarkt.

Op het gebied van woningbouw willen we sturen op een evenredige verdeling van woonplannen over onze gemeente. Bovendien willen we maximaal kunnen sturen op type en de prijsklasse van de woningen. Dit gaat het beste op locaties zelf. Daarvoor is het nodig dat we een locatie eerst binnenhalen. Door het vestigen van het voorkeursrecht wordt voorkomen dat de grond aan een marktpartij wordt verkocht.

Het vestigen van een voorkeursrecht geeft aan de overheid het recht van eerste koop. Als een eigenaar besluit zijn grond te verkopen, dan moet de eigenaar de grond aan de gemeente aanbieden. De grondeigenaar mag zijn grond aan andere partijen verkopen op het moment dat het voorkeursrecht niet meer geldt. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn als de maximale duur van het voorkeursrecht is verstreken of als de gemeente afziet van de koop.

Zodra de gemeente een voorkeursrecht gevestigd heeft, moet zij binnen 3 jaar een nieuw bestemmingsplan, omgevingsplan of een structuurplan voor het gebied vaststellen.

Grondeigenaren worden vooraf geïnformeerd en het vervolgproces wordt toegelicht. Dit gebeurt eerst mondeling en later ook schriftelijk.

Wanneer een grondeigenaar besluit zijn grond te verkopen en de gemeente heeft het voorkeursrecht op dit stuk grond gevestigd, dan moet de eigenaar deze grond eerst aan de gemeente aanbieden.

De grondeigenaar mag uiteraard zelf de verkoopprijs bepalen. Wel moet die prijs marktconform zijn. Vervolgens starten de onderhandelingen. Mochten de partijen er bij de onderhandeling niet uitkomen, dan kan de grondeigenaar een rechter inschakelen om een bindende prijs vast te stellen.

Een voorkeursrecht wordt door het college van Burgemeester en Wethouders voorlopig gevestigd. Vervolgens moet de gemeenteraad dit dan binnen drie maanden bekrachtigen. Gebeurt dit niet, dan vervalt het besluit.

Nadat het college van B&W het voorlopig voorkeursrecht heeft gevestigd, wordt dit tijdens een commissievergadering van de gemeenteraad besproken. Tijdens deze avond kunnen belanghebbenden ook inspreken. Tijdens de daarop volgende gemeenteraadsvergadering wordt het besluit dan bekrachtigd of verworpen.

Belanghebbenden, dat wil zeggen eigenaren en zakelijk gerechtigden, kunnen bezwaar maken tegen de aanwijzing en het voorkeursrecht.

Een grondeigenaar kan bezwaar maken tegen het collegebesluit tot het vestigen van een voorkeursrecht. Als de gemeenteraad het voorkeursrecht bekrachtigd wordt het bezwaarschrift ook geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit.

Een onafhankelijke commissie bekijkt het bezwaar en adviseert of de gemeente het besluit opnieuw zou moeten heroverwegen of niet. Het is aan de gemeente zelf om te beslissen wat zij met dit advies doet.

Als de grondeigenaar of belanghebbende het niet eens is met de beslissing van de gemeente, dan kan zij een beroepsprocedure starten bij de rechtbank Noord-Nederland. Het voorkeursrecht is geregeld in de Wet voorkeursrecht gemeenten.

Als inwoners voorafgaand aan het vestigen van het voorkeursrecht worden geïnformeerd, is de kans aanwezig dat woningbouwvoornemens bij marktpartijen terecht komen. Als de gronden daardoor in handen komen van een marktpartij, heeft de gemeente niet meer de regie op het woningbouwprogramma dat door de kern gewenst is.

De gemeente vestigt het voorkeursrecht, omdat zij de locatie kansrijk acht voor woningbouw en omdat er behoefte is aan extra woningen. Voordat het zover komt, moeten er verschillende onderzoeken worden uitgevoerd. Zoals bodemonderzoek, onderzoek naar kabels en leidingen en archeologisch onderzoek. Daarnaast is het van belang om te beoordelen of de afstand tussen de woningen en (snel)wegen en bedrijven groot genoeg is om geluids-, stank- en andere vormen van overlast te voorkomen. Uit al dit voorbereidende werk moet duidelijk worden of woningbouw ook daadwerkelijk past op deze locatie.

Nee, eigenaren van aangewezen gronden kunnen op dit moment nog geen planschade claimen. Planschade is een vergoeding voor vermogens- en/of inkomensschade als gevolg van een gewijzigd ruimtelijk plan. Het aanwijzen van gronden voor voorkeursrecht verandert nog niet de bestemming van de grond. Daarnaast krijgen eigenaren bij verkoop aan de gemeente de marktwaarde en hebben ze dus geen financieel nadeel. Pas bij een concrete wijziging van het bestemmingsplan kan planschade aan de orde zijn. In dat geval kan een eigenaar een verzoek tot planschadevergoeding indienen bij de gemeente.

Nee, op het moment dat een voorkeursrecht gevestigd wordt, is er nog geen plan voor woningbouw. Na het vestigen van een voorkeursrecht gaat de gemeente, als woningbouw het doel is, aan de slag met het wijzigen van het bestemmingsplan naar de bestemming Wonen. In dat proces wordt gekeken naar wat de behoefte is, waar gebouwd kan worden, hoe de inrichting van de ruimte er moet komen te zien en meer. Daarin worden belanghebbenden, inwoners en andere geïnteresseerden  betrokken. In dit hele proces zitten verschillende momenten verwerkt waarin bezwaar kan worden aangetekend tegen het plan.

De gemeente kijkt naar de woonbehoefte binnen verschillende deelgebieden. Op het niveau van de deelgebieden is gekeken naar waar de behoefte achterblijft en waar de gemeente dus zelf een actieve rol wil hebben om te zorgen voor voldoende passende woningen voor onze inwoners.

Daarbij is er op het niveau van de kernen gekeken naar de woningbouwontwikkelingen. Zo zien we dat er in Wommels en Witmarsum een buiten stedelijke locatie nodig is om extra woningen toe te kunnen voegen. De locaties waarop nu voorkeursrecht is gevestigd, zien wij als de meest geschikte locaties voor woningen in deze kernen.

De partijen gaan met elkaar onderhandelen over de waarde van het eigendom. Als de partijen het niet eens kunnen worden, kan de rechter gevraagd worden om de waarde vast te stellen.